Sta je wel eens stil – letterlijk – bij wat er allemaal te beleven valt? Er is zoveel om je over te verbazen en te verwonderen. Dat gebeurt je als je ergens in opgaat, je eraan overgeeft. Als je de tijd vergeet, niet meer weet waar je bent, je even in een andere ruimte bevindt. Als je loslaat wat je normaal gesproken vasthoudt: je zekerheden, materie.
Soms laat het leven je los. Dat noemen we tegenslag. Je relatie blijkt op, je werk houdt op, of je lichaam zegt stop. Dan voel je je kwetsbaar. Naakt. Je weet het even niet meer. Je wilt het niet meemaken maar ondertussen gebeurt het. In die kwetsbaarheid vind je ook een doorgang.
‘Ring the bells that still can ring. Forget your perfect offering.There is a crack in everything. That’s how the light gets in,’ zingt Leonard Cohen.Tel je zegeningen, het hoeft niet perfect. De barst in je pantser laat licht binnen en jouw licht schijnt erdoor naar buiten.
Een crisis helpt om jezelf terug te vinden als je het spoor bijster bent.
Je ontdekt dat je niets liever wilt dan jezelf zijn, maar je weet niet meer wat het is om jezelf te zijn. Het klinkt zo makkelijk, jezelf zijn. Maar wat kun je anders dan jezelf zijn? Een crisis helpt om jezelf terug te vinden als je het spoor bijster bent. Mensen die terugkijken op een doorleefde crisis getuigen dat ze zichzelf terugvonden na een scheiding, ontslag, operatie.
Terugvinden gaat gepaard met loslaten. Loslaten van wat je hebt opgebouwd en verzameld: materiële en immateriële zaken zoals inkomen, werk, status, aanzien. Het oude vertrouwde dat je ver heeft gebracht, maar niet meer werkt: ‘Ego, and old habits’ (zoals Otto Scharmer me een keer uitlegde, in de garderobe van de De Rode Hoed, toen ik hem vroeg: ‘Letting go, alright, but letting go... of what?!’).
Loslaten kan heel pijnlijk zijn, maar gaandeweg komt het gevoel van bevrijding. Je voorstellingsvermogen wordt groter, je blijkt dingen te kunnen die je niet vermoedde, maar waar je onbewust wel naar verlangde. Loslaten brengt rust en ruimte, aandacht en liefde, vertrouwen en dromen – je voelt je als een kind, zo onbevangen, eenvoudig en natuurlijk.
Crisis is de ultieme kans om een nieuwe stap te maken, om te transformeren.
Je ervaart een verschil tussen je persoonlijkheid en je wezen. Je maakt onderscheid tussen hoe je je voordoet en wie je bent. Je ziet jezelf en je verpakking. Je herkent de automatische piloot en je wilt je bewust worden van wat je drijft en wat je doet. Je wilt zelf aan het roer staan van je eigen leven.
Dan loop je aan tegen wat zich heeft vastgezet. Ik noem het ‘mijn systeem’. Het gaat om alles wat ik in mijn leven heb opgepikt en me eigen heb gemaakt, wat ik ben gaan aanzien over mezelf. Zo vind ik mezelf een neuroot – weliswaar een lieve neuroot, maar toch: een neuroot. Maar ik ben gelukkig meer dan mijn persoonlijkheid.
Je persoonlijkheid is alleen maar wat je ooit hebt opgebouwd om jezelf te beschermen – tegen pijn en verdriet. Die bescherming bestaat uit oordelen en meningen over anderen, en vooral over jezelf. Ze staan blijdschap – joy – in de weg en maken dat je jezelf en anderen tekortdoet. Op een dag besef je: een laagje minder kan wel.
Gun jezelf de grootste crisis die je nog net aan kunt.
Je wilt jezelf plezier toestaan, je masker laten zakken, je wapens laten rusten. oprecht en ontspannen leven, zonder oordelen en verwachtingen. Dat kan als je verlangen naar wie je echt bent groot genoeg is. Het wonderlijke is dat tegenslag daarbij helpt. Hij stelt je open je voor wie je diep van binnen bent. Het klinkt bruut, maar gun jezelf de grootste crisis die je nog net aan kunt. Je wordt er beter van.